Het is al weer even geleden dat ik hier een update heb geplaatst, hoog tijd voor een update van de vorderingen:
Nadat de linker trompet er op was gezet, kon ik ook de gereviseerde remmen weer ophalen.
Nieuwe voeringen er op, remtrommels uitgedraaid, nieuwe koppelingsplaat en druklager zaten er ook bij.
De remtrommels weer gemonteerd en klaar om weer tegen de as geschroefd te worden.
Het ziet er allemaal weer fris uit!
Voordat de rechter trompet er op kon, moest eerst de pedaalas van het differentieelslot er op gemonteerd worden.
Daar zat een veer op, die behoorlijk ingeroest was.
En hoe krijg je een veer goed schoon?
Inderdaad, zwemles gegeven in de Rustyco. Daar knapte hij goed van op, hij ziet er weer uit als nieuw!
En ineens begon het al weer iets meer op een trekker te lijken.
Alleen de naven moesten nog in de eindaandrijvingen. Die hadden behoorlijke pitroest, dus ik wilde ze er niet zo maar weer in zetten.
Na een paar dagen eentje in de Rustyco gehad, was de roest nog niet weg, maar het spul wel opgebruikt.
Dus uiteindelijk de vertanding maar ingepakt en meegegeven naar de straler.
Toen was de stoel aan de beurt.
Bij de Hatz tractoren scharnieren de stoeltjes voor om een pen en na velen jaren hobbelen zit daar veel speling om.
Het gat in de strip was ver ingesleten en ook de as, die in de U vastgelast zit.
Dus de boel netjes losgeslepen, het gat in de strip uitgeboord, busje gedraaid om er in te maken, de restjes van de pin uit de U geboord en de boel aan elkaar gelast.
De pen wilde ik er nog niet in vast maken, dan konden de delen afzonderlijk naar de straler, zodat die overal goed bij zou kunnen.
Na het stralen zou ik dan de pen er in lassen.
Vervolgens was de het nieuwe druklager aan de beurt.
Deze zit op een soort brug door het koppelingshuis heen.
De gaten daarvan waren behoorlijk uitgesleten, die zijn allemaal dicht gelast en opnieuw geboord.
Aan de lassporen te zien, had deze brug in het verleden een keer averij opgelopen, maar dat heb ik zo gelaten.
Sommige littekens horen bij een trekker.
Toen het motorblok maar eens uit de hoek getrokken.
Het blok zelf zou dicht blijven, die had nog compressie genoeg.
Enkel de krukaskeerring vervangen en de boel schoonmaken.
Eerst begonnen aan de buitenkant, alle verf en rommel er af.
Wat zitten er een hoop hoekjes aan zo'n ding!
Daarna was het koppelingshuis aan de beurt.
Dat was geen overbodige luxe, het koppelingshuis was aardig smerig geworden.
Wat zit er een ontzettend schattig drukgroepje in zo'n trekker!
Nadat die er af was, kon de centrale moer van het vliegwiel los.
Die moer zit geborgd met een klein inbusje, welke in een gat in het vliegwiel valt.
Het vliegwiel zit met een conus op de krukas.
Om die er af te krijgen, een plaatje gemaakt met drie boutjes er door, om zo het vliegwiel er vanaf te trekken.
Met een behoorlijke klap kwam hij los.
Alleen op de koelribben zat een hoop aangekoekte rommel, wat ik er niet af kreeg.
Dus mee naar het werk en daar met iets serieuzer spul er op.
Zo kon ik ook meteen de binnenkant van het koppelingshuis goed schoon maken en het vliegwiel.
Omdat ik niet weet wat voor rommel er van zo'n koppelingsplaat afgekomen is, wilde ik het vliegwiel niet droog schoon maken.
Daar knapte hij flink van op! Nu kon de nieuwe krukaskeerring er in en het koppelingshuis weer in de verf.
Omdat je het vliegwiel door het rooster net zou kunnen zien, die maar zwart gespoten.
Het drukgroepje weer gemonteerd en zo staat het blokje te wachten om weer verenigd te worden met z'n achterbug.
Het huwelijk:
En ineens is de trekker twee keer zo groot geworden..
De timing was prima, want die dag kon ik ook (na 6 weken..) de spullen weer ophalen bij de straler:
Het resultaat zag er mooi uit!
Alleen de voorvelgen hadden een tegenvaller, die waren zo ver weggeroest bij het ventiel, dat er doorheen gestraald was.
Dat betekende dus ook dat de achterwielnaven weer terug waren, dus konden de eindvertragingen in elkaar!
Helaas bleek 6 weken ingepakt zijn in straaltape, niet het beste idee voor de vertanding.

Ongelofelijk hoe snel en diep die roest er in zit!
Een gelukt bij een ongeluk, was dat het loopvlak van de keerringen al zo ver aangetast was, dat ik daar al speedy-sleeves voor had liggen.
Na zorgvuldig schoon gemaakt te zijn, konden ze weer in elkaar.
Hier ligt het deksel met de naaf en frisse wiellagers en keerringen, weer klaar voor montage.
Zo, wielen er aan en rijden!
Ondertussen kwam de spuiter kijken hoe het ging en even wat dingen overleggen.
Hij ontdekte nog een extra penseelstreek als sierrandje onderaan de motorkap en brandstoftank.
Op geen enkel kleurenschema van deze trekkers te vinden, maar blij dat hij hem nog zag voor de kap naar de straler gaat.
We ontdekten hem ook op onze andere Hatz:
Toen begonnen met het schoonmaken van de brandstoftank.
Die ziet er van binnen nog uit als nieuw, alleen een laag prut onderin.
Dat wordt nog een keer uitspoelen en jonassen met diesel en een handvol bouten en moeren.
Toen ik hem op de werkbank had liggen, ontdekte ik nog een stikker op de zijkant van het frame.
Inmiddels heb ik dankzij iemand bij de Hatz-fabriek alle tekst van de stickers compleet en ook iemand gevonden die ze in Photoshop wil uitwerken!
Vervolgens de beschermkap voor de v-snaar pas gemaakt op de trekker.
Bij bijna alle Hatz-trekkers van dit type, mist de beschermkap van de v-snaar. Zo ook bij deze.
Zo'n twee jaar terug een poos rondgezocht, tot ik er eentje tegenkwam waar hij nog op zat. Dat was in duitsland en bleek vlakbij het vakantieadres te zijn waar we even later naar toe zouden gaan. De beste man verhuurde oude trekkers voor rondritten en zo kon ik vrij makkelijk met hem in contact komen met de vraag of ik een keer langs mocht komen om het kapje op te komen meten.
We waren van harte welkom en hij vertelde ook meteen dat het kapje bij hem ook al achterin de schuur lag. De steuntjes waren veel te dun en hij trilde er telkens af. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat hij bij bijna alle trekkers mist.
Het werd een gezellige avond en uiteindelijk reden we met het originele kapje onder de arm weer huiswaarts. Het bleek toch niet zo'n recht-toe-recht-aan kapje te zijn als eerst gehoopt, dus het was nog iets een puzzeltje. Uiteindelijk toch de boel pas gekregen en er vier laten snijden. Drie er van had ik in elkaar gezet en daar heb ik de vriendelijke duitse meneer en nog twee mede-hobbyisten blij mee kunnen maken. De vierde lag er nog in onderdelen, dus die heb ik voor deze trekker in elkaar gezet.
Ook de pedalen waren terug van de straler, dus die konden ook weer op de trekker.
Helaas is de as waar ze op zitten, best wel ingesleten, ze wapperen vrolijk in het rond.
Na overleg besloten de as iets op te lassen en opnieuw af te draaien.
De wielbouten zitten weer in de naven en toch maar gekozen voor nieuwe wielmoeren.
De oude waren behoorlijk aangeroest en ze bepalen behoorlijk het aanzicht van de trekker.
Ook de handle voor de handrem zit weer in elkaar en het onderstel van de stoel.
Het nieuwe busje daar in maken heeft wel geholpen, alle speling is er uit!
Momenteel staat hij er zo bij:
Nog één keer de pedalen er af voor het oplassen van de as en dan kunnen we verder met het opbouwen van de voortrein.
De fuseebusjes zijn al gevonden (zelfde maat als van de Deutz D25!) en de busjes voor de schommelas worden door iemand speciaal op maat gemaakt.
Binnenkort gaat het plaatwerk alvast naar de spuiter, die kan dan de kleur laten maken aan de hand van een mooi stukje lak wat onder het neusembleem vandaan kwam.
En maakt hij meteen het sjabloon voor de belijning.
Wordt vervolgd!