1 = Versnellingshandle |
6 = Temperatuur meter |
2 = Stop knop (brandstof afsluiten) |
7 = Kigasspomp |
3 = Motorkap vergrendeling |
8 = handgas |
4 = Voorgloeischakelaar |
9 = Amperemeter |
5 = Oliedrukmeter |
10 = Decompresseur handle |
A = knop voor extra brandstof
Versnellingshandle (1)
Moet opgetrokken worden en naar rechts gedrukt voor
het inschakelen van de achteruit versnelling of voor het
starten. In het laatste geval de versnellingshandle naar
voren drukken en tegelijk de veiligheidsknop rechts aan
het tractorlijf indrukken.
Voorverwarmingsschakelaar (4)
Te gebruiken in combinatie met de Kigass-pomp. Om stroom
in te schakelen moet de knop uitgetrokken worden. Bij
loslaten springt de knop vanzelf terug, waardoor de
stroom dus weer verbroken wordt.
(Deze knop is heel vaak vervangen door een
draaischakelaar of een contactslot)
Brandstofafsluitknop (2)
Moet uitgetrokken worden om de motor te stoppen.
Extra brandstofinrichting (A)
De knop moet ingedrukt worden voor het starten.
Handgasmanette (8)
Wordt naar beneden bewogen om het toerental van de
motor op te voeren.
Kigass-pomp (7)
Schroef de knop los en trek deze uit. Daarna
krachtig indrukken om een brandstofnevel in het
inlaatspruitstuk te persen. Schroef daarna de knop weer
vast.
Decompresseur (10)
3 standen:
- naar boven, geeft de volle compressie op alle 4
cylinders;
- midden stand: deze stand wordt bepaald door een pal.
Heft compressie op van 3 cylinders;
- onderste stand, heft compressie op van alle 4 de
cylinders.
Veiligheidsknop van starterschakelaar
Wanneer het versnellingshandle in de startpositie
naar voren gedrukt wordt, moet deze knop tegelijkertijd
ingedrukt worden. Wanneer de versnellingshandle in de
neutrale stand terugkomt, springt de knop vanzelf uit.
Koudstartinstallatie
De bedoeling van deze installatie is om
voorvervarming en inspuiting in het inlaatspruitstuk en
de voorverbrandingskamer mogelijk te maken voordat
gestart wordt bij zeer koud weer.
Een brandstofnevel wordt in de luchtinlaat gespoten door
de Kigass-inspuitpomp te gebruiken.
De brandstofnevel komt in aanraking met de hete
voorverwarmingsspiraal, waardoor deze nevel verwarmd
wordt en het ontsteken gemakkelijker gaat. Het
Kigassfilter moet regelmatig schoongemaakt worden.
Daartoe wordt de vleugelmoer van het filter losgedraaid,
het gaas verwijderd en schoongemaakt. (A. fig. 5).
HET STARTEN VAN DE MOTOR
DE VERSNELLINGSHANDLE MOET WEER IN DE NEUTRALE STAND
TERUGGEBRACHT WORDEN, ZODRA DE MOTOR LOOPT. HET
STARTMOTORRONDSEL KOMT n.l. NIET AUTOMATISCH LOS VAN DE
STARTERKRANS.
Voor pogingen aangewend worden om de motor te starten
moet men zich overtuigen dat:
a. er voldoende brandstof in de tank is,
b. de kranen in de brandstofleiding open zijn en de
brandstofafsluitknop ingedrukt is.
Starten bij een temperatuur boven 10° C.
- De decompresseur moet in de. bovenste stand staan,
zodat alle vier de cylinders volle compressie hebben.
- Druk de knop voor extra-brandstof op de
brandstofpomp in.
- Zet het handgasmanette ongeveer halverwege naar
beneden.
- Gebruik de starter (versnellingshandle).
Starten bij koel weer ( 0 -10° C)
- Zet de decompresseur in de onderste stand om de
compressie van alle vier de cylinders weg te nemen.
- Druk knop voor extra brandstof in.
- Zet het handgasmanette half open.
- Laat de starter gedurende 2 seconden werken en zet
dan de decompresseur, terwijl de startmotor blijft
draaien, in de middelste stand, waardoor er
dus compressie op 1 cylinder is.
- Zodra deze cylinder ontsteekt wordt de decompresseur
in de bovenste stand gezet.
- Zodra alle vier cylinders onstoken hebben wordt de
versnellingshanle in de neutrale stand gezet en wordt
het handgas naar bovengedrukt totdat de motor iets
meer dan stationnair aantal toeren maakt.
Starten bij koud weer ( 0° C en lager )
Opwarmperiode.
- Zet het handgasmanette in de half open stand.
- Trek de brandstofafsluitknop geheel uit en zet deze
in de uitgetrokken stand vast.
- Zet de decompresseur in de onderste stand.
- Trek de voorvervwarmingsschakelaar uit gedurende
ongeveer 20 sec., waardoor de gloeispiraal warm wordt
en geef dan terwijl de voorverwarmingsschakelaar
uitgetrokken is één krachtige slag met de Kigasspomp.
Deze slag moet krachtig zijn opdat de brandstof fijn
verneveld wordt.
- Draai de motor met behulp van de startmotor
gedurende 10 sec. rond, waardoor de warme
brandstofnevel in de motor gezogen wordt.
- Laat de voorverwarmings-schakelaar los en zet de
versnellingshandle in de neutrale positie.
- N.B. Wanneer de batterijen niet op volle spanning
zijn moet de motor met de slinger rondgedraaid worden
gedurende de opwarmperiode. Hierdoor wordt stroom
gespaard voor de voorverwarmingsschakelaar.
- De motor kan gemakkelijk rondgedraaid worden wanneer
de compressie volledig is opgeheven. Wanneer slechts 1
man aanwezig is kan deze de voorverwarmingsschakelaar
vastzetten met een blokje hout of lucifersdoosje en
dan de motor met de slinger ronddraaien.
- Druk de brandstofafsluitknop in.
- Druk de knop voor extra brandstof in.
- Trek de voorverwarmingsschakelaar uit.
- Geef ongeveer een halve slag met de Kigass-pomp.
- Gebruik de starter gedurende 2 sec.
- Zet dan met draaiende startmotor de decompresseur in
de middelste stand.
- Zodra de cylinder ontsteekt wordt de decompresseur
in de bovenste stand gezet.
- Zodra de motor op 4 cylinders loopt, laat men de
voorverwarmings-schakelaar los, zet de
versnellingshandle in de neutrale positie en het
handgasmanet naar boven zover dat de motor iets meer
toeren dan bij stationnair draaien maakt.
N.B. Wanneer de motor niet start binnen 10 sec.
moet een tweede maal opgewarmd worden zoals
hierboven omschreven.
N.B. De Kigass-pomp moet na gebruik goed vastgeschroefd
worden.
HET STOPPEN VAN DE MOTOR
Trek de brandstofafsluitknop uit. Hierdoor zal de motor
vanzelf stoppen.
Slechts in noodgevallen mag de motor gestopt worden door
met de decompresseur de compressie van alle vier
cylinders op te heffen.
|